Hoe Wim Brands een gedicht kapotmaakte en mijn woke studenten het weer verteerbaar maakten
Ergens in 2008 waren Nick ter Wal en ik aanwezig bij het radioprogramma De Avonden met Erik Jan Harmens en Wim Brands. Wij hadden net een bundel samengesteld met gedichten van A. Marja: Ergens halverwege zweven. Het heeft niet meteen tot een run op de boekhandels geleid. De grootste claim to fame heeft het gedicht ‘Het huwelijk’ van A. Marja (als Stichting Plint je gedicht gaat centreren en op een servet drukken, dan heb je het echt gemaakt).
Het huwelijk
Ik heb je alles gegeven:
een gedicht, mijn maandsalaris
en een kind; wil je nu even
kijken of het eten klaar is?
Ik had al eerder geschreven over de reactie van Wim Brands toen een van ons beiden dit gedicht voorlas: ‘Wat een vervelend gedicht.’ Brands was al woke voordat het woord gangbaar werd. Maar inderdaad: de stereotype waarop een man aan zijn vrouw opdraagt om naar het eten te kijken, want hij heeft nu al genoeg voor haar gedaan, hoort toch wel heel erg bij een voorbije tijd.
Tijdens mijn colleges Moderne Letterkunde bij de eerstegraad lerarenopleiding van NHL Stenden hebben we het vaak gehad over diversiteit, inclusiviteit en de mannelijke blik in teksten. Op het tentamen gaf ik mijn studenten de bovenstaande tekst op het tentamen met de volgende vraag:
Tijdens de poëziewandeling is het gedicht ‘Het huwelijk’ van A. Marja voorgelezen. Is dit nu een seksistisch gedicht dat vanuit de focalisatie van een man geschreven is? Is de inhoud hopeloos verouderd of moet je die in de tijd plaatsen? Geef je onderbouwde mening in maximaal 200 woorden. (10 punten)
Een vraag waarmee je vele kanten op kunt, maar wat ik niet verwacht had was dat een groot deel van de studenten het gedicht lazen als een autonoom kunstwerk, waarbij het lyrisch ik helemaal niet als man is gedefinieerd. Als je er namelijk vanuit gaat dat de ik in het gedicht een vrouw is dan wordt de interpretatie heel anders (of het met het huwelijk goedkomt blijft natuurlijk vraag twee). Je kunt zelfs verder gaan en denken dat dit gedicht over een lesbisch stel gaat. Omdat Wim Brands (en ik dus ook) het gedicht las vanuit het standpunt van een man (want de dichter is een man en de mannen in die tijd zorgden voor geld binnen het gezin) werd onze visie meteen verengd. Dankzij de interpretaties van mijn studenten krijgt het gedicht een tweede leven.
Het deed me een beetje denken aan de kritiek die tekenaar Opland kreeg op zijn affiche voor de demonstratie tegen kernraketten in Nederland. Op de poster uit 1981, voor de eerste demonstratie zie je het iconische beeld van een vrouw die een kernwapen de wereld uit schopt. Voor de twee demonstratie in 1983 werd de vrouw vergezeld door een man en twee kinderen, wat binnen de progressieve betogers meteen op weerstand stuitte, want werd op die manier niet een heel traditioneel gezin geportretteerd. Gevraagd naar wat hij getekend had, zei Opland in de Volkskrant:
Nog steeds die vrouw van toen, zegt hij. Maar ze heeft haar buurman meegenomen en haar nichtje en een schoffie van de straat.
Daarna kwamen er nog meer varianten. De wereld wordt een stuk leuker als je de mogelijkheden vergroot.
Coen Peppelenbos
(Foto via Flickr Commons)
Het bericht Column: Coen Peppelenbos – Hoe Wim Brands een gedicht kapotmaakte en mijn woke studenten het weer verteerbaar maakten verscheen eerst op Tzum.