Met ingang van het schooljaar 2018 is de kennis van de literatuur voor 1880 facultatief voor tweedegraads leraren. Dat betekent dat leraren die van de ene lerarenopleiding komen nog wel weten dat Max Havelaar-koffie iets met een roman te maken heeft en dat leraren van een andere lerarenopleiding denken dat Max Havelaar net zo iemand was als Douwe Egberts. De eisen voor tweedegraads docenten zijn lager dan die voor een vwo-leerling. Met dank aan de beleidsmakers. Online (Neerlandistiek, DBNL) is er nog wel aandacht voor de rijke literatuurgeschiedenis. Nu ook op Tzum.
Poot moet leven
‘Hier ligt Poot, hij is dood’. Ik hoorde dit hilarische gedichtje op de middelbare school. Wekenlang bedachten mijn vrienden en ik allerlei grafschriften voor elkaar. Waarom heb ik me dan later, als lerares Nederlands, nooit verdiept in de dichter Hubert Korneliszoon Poot (1698-1733)? Deze grote dichter gaat verloren en dat is zonde. Vandaar dit pleidooi voor het opnemen van Poot en zijn poëzie in de literatuurgeschiedenisles. Wij kunnen leerlingen erop wijzen hoe interessant Poots leven was, hoe mooi zijn poëzie is en hoe aspecten uit zijn werk vallen onder verschillende literaire stromingen.
Poot was een fenomeen. Dat kwam omdat hij niet alleen dichter was, maar ook boer. Poot werd geboren in een boerengezin in Abtswoude. Al gauw bleek dat Poot een goede leerling was. Poot is dus wel naar school gegaan, maar hij heeft toch vooral door zelfstudie zijn geleerdheid opgedaan. Hij bewonderde Hooft en Vondel en dat blijkt ook uit zijn gedichten. Zijn twee eerste dichtbundels werden direct een groot succes.
Poot was het levende voorbeeld van Vondels uitspraak: ‘De natuur baart de dichter en de kunst voedt hem op.’ Daarom wilden zijn tijdgenoten hem graag zien en zij trokken naar Abtswoude om de dichter letterlijk met zijn voeten in de klei te zien staan als boer.
Poot leidde een dubbelleven en dat viel hem niet altijd makkelijk. Hij vertrok naar Delft om daar te leven van de pen. Hij werd lid van een rederijkerskamer en begaf zich in kunstkringen. Helaas viel Poot ten prooi aan drankzucht. Ziekte en depressie volgden en pas toen hij terugging naar het platteland krabbelde hij op.
Het leven van Poot zal tot de verbeelding spreken van leerlingen. Bovendien is het ook voor de moderne lezer interessant dat een boer een dichter kan worden. Poot laat zien dat je je idealen moet volgen en dat je op zoek moet gaan naar waar je talenten liggen, dat je hard moet werken voor dat wat je belangrijk vindt in het leven. Dat is, zeker voor een scholier, een positieve boodschap.
Ten tweede moeten wij Poot in de les behandelen, vanwege zijn prachtige dichtwerk. Schenkveld-van der Dussen (1995) gaf Poots gedichten opnieuw uit en zij maakte een driedeling. In het eerste deel, de persoonlijke gedichten, zitten onder andere brieven aan opdrachtgevers. Die geven een mooi inkijkje in Poots leven. Maar vooral de gedichten ‘Minverlangen. Aen jonkvrouw Neeltje ’t Hart‘ en ‘Op mijn huwelijk met Neeltje ’t Hart‘ zijn aanraders. In het prachtige ‘Minverlangen’ legt de dichter uit dat hij niet alleen minnaar wil zijn, maar dat hij ook echt wil trouwen. Deze uitleg geeft hij op een petrarkistische manier, waarbij de minnaar als jager voorgesteld wordt en de beminde als hert.
‘k Zal derwaert ook myn schreden spoên,
Totdat ik, gansch naer wensch, myn Hinde heb gevangen.
O Overschoone, wacht in ’t groen;
En laet my naer dien prys niet langer zoo verlangen.
Och, waerom rekt gy myn verdriet?
Als Poot dan uiteindelijk echt trouwt met Neeltje schrijft hij een gedicht waarin hij zijn huwelijk bezingt. Dat is literair-historisch gezien bijzonder, omdat een dichter meestal in opdracht andermans huwelijk bezingt.
Het tweede deel, de minnedichten, spreekt enorm tot de verbeelding. Er zitten complete verhaaltjes tussen die zeker bij leerlingen in de smaak zullen vallen. Met name ‘’t Bedrog der dromen’ en ‘De Maen by Endymion’ zijn prachtige gedichten, vol petrarkistische beeldspraak. In beide gedichten zit het thema van de droomvereniging. Vooral ‘De Maen by Endymion’, waarin de Maan de herder Endymion een nachtelijk liefdesbezoek brengt, is veel besproken in de literatuur. Is het nu juist een lustgedicht? Of spreekt Poot van hogere liefde? Juist het opwindende en de meerdere interpretaties maken dit beroemde gedicht interessant om te behandelen. Universele thema’s als liefde, droom en lust spreken aan en maken Poots gedichten toegankelijk.
Gedichten over natuur en buitenleven, die in het derde deel staan, lijken misschien minder leuk voor leerlingen, maar Poot beschrijft de natuur zo prachtig dat iedereen er direct op uit wil trekken. Ook deze gedichten, waaronder het beroemde ‘Akkerleven’, zijn goed leesbaar, dus toegankelijk en begrijpelijk voor leerlingen.
Door de afwisselende onderwerpen in Poots gedichten zit er voor iedere leerling wel een mooi vers tussen. De poëzie sluit ook prima aan op het leven van Poot. De docent kan dat inzichtelijk maken voor de leerlingen.
De derde reden om niet aan Poot voorbij te gaan in de literatuurgeschiedenisles is de veelzijdigheid van zijn werk. Poots poëzie wordt aangeduid als pre-romantisch en ‘De Maen by Endymion’ en ‘De verliefde Venus’ worden gezien als beste voorbeelden van rococo-literatuur. In ‘De Maen by Endymion’ zijn sowieso de idylle, versvertelling, galant-erotische-liefde en de natuur ruimschoots aanwezig:
Zy nam hem in haer’ arm
De middernacht was warm,
En queekte lusje op lusje.
De koude Maen wert heet.
De Herder kreeg een kusje,
Hy klaagde van geen leet.
In Poots werk zitten niet alleen pre-romantische en rococo-elementen, maar ook zeker klassieke elementen uit de renaissance, denk aan de petrarkistische natuur- en liefdesbeschrijvingen. Ook motieven als het carpe diem-motief en verwijzingen naar klassieke dichters als Ovidius via vertalingen van Vondel gebruikte Poot in zijn gedichten, zoals in ‘Aen Kloris’:
De snelle tyt durft schoonheit ook verslinden.
Heleen kon in Heleen Heleen niet vinden,
Toen zy weleer op haren ouden dagh
Eens in den spiegel zagh.
Of Poot nu hoort bij de renaissance, de verlichting of het sentimentalisme, het is tijd dat wij Poot weer behandelen in onze lessen. Zijn bewogen dubbelleven is te boeiend om aan voorbij te gaan. Hoe Poot van zichzelf een dichter maakte, naar Delft trok en aan de drank raakte zijn interessante gegevens uit zijn leven. Hoe hij zijn leven weer op wist te pakken, trouwde en uiteindelijk een rustig leven leidde, geeft een positief signaal af aan leerlingen. Vooral Poots bijzonder toegankelijke, beeldende, van diepe emotie doorspekte gedichten moeten onze leerlingen lezen. Wij nemen onze leerlingen mee naar buiten, naar Abtswoude, we laten ze voelen hoe het is om als dichter met je poten in de klei te staan. Wij blazen Poot nieuw leven in.
Sophie Beerman
Gebruikte editie: Poot, H. K. (1995). Gedichten: voorafgegaan door de biografie van Jacob Spex. Met inleiding en aantekeningen door M.A. Schenkeveld-van der Dussen. Amsterdam University Press, Amsterdam.
Deze rubriek staat open voor iedereen die een stuk wil schrijven over een literair werk van voor 1880. Mail info@tzum.info. Kijk voor andere afleveringen hier.
(Afbeelding boven H.K. Poot door Philippus Velijn, via het Rijksmuseum Amsterdam, publiek domein)
Het bericht Het mooiste vak – De gedichten van Hubert Korneliszoon Poot verscheen eerst op Tzum.