De dichter Co Woudsma ken ik als een man die uiterst behoedzaam door het leven gaat. Haast schuw. Hij spreekt zacht. Hij ziet eruit alsof hij zijn leven lang al zestig is, terwijl hij in werkelijkheid in 1960 werd geboren. Iemand van wie je vermoedt dat hij binnenshuis op kousenvoeten loopt, omdat schoenen zo doorklinken op de vloer. Dat hij naar klassieke muziek luistert, heel zachtjes. Al twintig jaar naar dezelfde opname van Josquin, L’homme armé. Twee missen. Hij stelt zich de hemel voor als een plek waar je ongestoord, vierentwintig uur per dag, naar deze muziek mag luisteren. Of neem de motetten van Josquin Desprez. Hemelse verrukking. Peilloze droefenis. De madrigalen van Monteverdi: aards en smachtend, erotisch geladen. Zo schrijft hij ook gedichten. Voorzichtig. Hij publiceerde sinds zijn debuut Viewmaster in 1997, in 2005 de bundel Geluksinstructies, en weer tien jaar later Hoogste zomer, de bundel die nu voor me ligt. (meer…)
↧